Geschiedenis
In 1620 nam de vroedschap het besluit tot de bouw van twee kerken in het noordwestelijke deel van de stad: de Westerkerk en de kleinere Noorderkerk. Dit stadsgedeelte maakte deel uit van de stadsuitbreiding van 1613 toen een begin werd gemaakt met de aanleg van de drie hoofdgrachten. Ook de Jordaan kwam toen tot stand. Een terrein werd gereserveerd voor de aanleg van een plein, de huidige Westermarkt, en voor de bouw van de Westerkerk. Dit terrein was gelegen op het punt waar de Keizersgracht en Prinsengracht een knik maken en dat daardoor minder geschikt was voor de uitgifte van rechthoekige bouwpercelen voor woonhuizen.

Op 9 september 1620 legde de burgemeesterszoon Frederik de Vrij de eerste steen van de Westerkerk. Op Pinksterdag in 1631 kon de eerste eredienst worden gehouden. De toren kwam in 1638 gereed.